“Never do anything to avoid guilt or shame”
– Marshall Rosenberg
Meestal zien we boosheid, schuld en schaamte als gevoelens waar we liever van af willen. We vinden ze ongemakkelijk, soms beschamend en dus duwen we ze weg – vaak al voordat we ons ervan bewust zijn dat we ze hebben. Maar wat nu als juist deze gevoelens de sleutels zijn naar verbinding?
Gevoelens als richtingaanwijzers
Binnen geweldloze communicatie zien we gevoelens als signalen: ze wijzen ons wat we nodig hebben. Boosheid, schuld en schaamte vormen daar geen uitzondering op, integendeel. Niet voor niets noemt Marshall Rosenberg ze onze vier vrienden (waar hij ook depressie onder schaart).
Liv Larsson beschrijft in haar boek “Anger, guilt & shame: reclaiming power and choice” (2012) dat er soms situaties zijn waarin het ons niet lukt boosheid te transformeren. Zij ontdekte dat schaamte dan een ingang kan zijn naar helderheid over onze behoeften en ons zo kan helpen verantwoordelijkheid te nemen voor onze gevoelens.
We zien boosheid, schuld en schaamte vaak als problematische gevoelens waar we van af willen. Daardoor herkennen we ze soms niet eens- onbewust hebben we ze al weggeduwd. Wanneer we ze verwelkomen als signalen, kunnen ze ons helpen helderheid te krijgen op wat er echt toe doet zodat we met mildheid naar onszelf en wellicht ook de ander kunnen zijn.
Waar komen boosheid, schuld en schaamte vandaan?
Van nature zijn gevoelens golfjes energie die kort duren en uiteindelijk verdwijnen zodra ze hun doel hebben bereikt: verwijzen naar een behoefte. Boosheid, schuld en schaamte blijven echter vaak lange tijd aanwezig – soms jaren of zelfs generaties lang- waardoor ze niet op deze natuurlijke manier verdwijnen. (Arnina Kashtan tijdens NVC Global festival 2020)
De reden dat het zo lastig kan zijn om met boosheid, schuld en schaamte om te gaan, ligt in onze gedachten, onze manier van denken, de verhalen die we onszelf vertellen, onze interpretaties. Deze gevoelens zijn verweven met onze aangeleerde ideeën over goed en fout, gepast en ongepast, normaal en abnormaal. Kortom, onze conditionering.
Eigenlijk komen boosheid, schuld en schaamte dus voort uit het verhaal dat we onszelf vertellen. We blijven erin vastzitten omdat we denken dat deze verhalen waar zijn. De uitdaging is om deze gevoelens los te maken van de verhalen die we onszelf vertellen. Zo kunnen we periodes van boosheid, schuld en schaamte inkorten en helderheid krijgen over wat we nodig hebben.
Zolang we denken dat iemand anders de oorzaak is van onze gevoelens, kunnen we de boodschap die ze in zich dragen niet horen. Zodra we contact maken met de onderliggende behoeften, kunnen boosheid, schuld, schaamte transformeren tot kracht, en ontstaat er weer keuzevrijheid.
Systemen van macht
Marshall Rosenberg ziet boosheid, schuld en schaamte als het resultaat van de power- over systemen waarin we zijn opgevoed. Schuld en schaamte worden in stand gehouden door onze conditionering -opvoeding, religie, sociale normen- en worden gebruikt om ons te leren “goed te zijn” via angst voor afwijzing of straf.
We leren conflicten oplossen met straf. Zolang we blijven geloven dat geweld met geweld kan worden opgelost, blijven deze systemen bestaan. Pas wanneer we ook de systemen veranderen, kan onze manier van samenleven veranderen.
Schaamte en empathie
Schaamte is onszelf zien door de ogen van anderen. We denken dat we niet goed genoeg zijn, dat er iets mis is met ons. Om schaamte te vermijden passen we ons aan, ten koste van onze authenticiteit. De behoefte aan “acceptatie zoals ik ben” kan zo niet worden ingevuld. Empathie is een tegengif tegen schaamte.
Schaamte verstikt ons, waardoor we niet zeggen wat we nodig hebben.
Schuld maakt ons bang, waardoor we niet doen wat nodig is.
Boosheid maakt ons blind, zodat we dingen doen die we later betreuren.
– Liv Larsson
Tijdens een themadag gaan we verder in op het thema, ontdekken we in welke situaties we schaamte ervaren, hoe we het ervaren in ons lijf, wat onze default vluchtroutes uit schaamte zijn, hoe we via onze behoeftes gevoelens kunnen transformeren en doen we een verzoek. Doe je mee met de training?